Home is where the heart is

  • 21 november 2019
  • Door Marianne Loof
Begin 1990 werden we als kersvers bureau uitgenodigd voor een selectie voor het ontwerp van veertien woningen als onderdeel van de BouwRAI in Almere. Een eerste echte woningbouwopdracht in deze buitenexpositie met ‘toonaangevende woningontwerpen’ in de Filmwijk bood ons een vliegende start. De selectie hadden we alleen bijna niet gehaald: onze oude auto bleek Almere niet te halen. De chauffeur van een truck met oplegger, die ons van de vluchtstrook oppikte, was onmiddellijk overtuigd van deze ‘kwestie van leven of dood’ en zette ons net op tijd bij de voordeur van het stadhuis van Almere af. Krap een jaar later werd de eerste paal geslagen!

Vol overgave stortten we ons op deze woningopdracht. Alles werd ontworpen: vanaf de entreepoort met lamp en brievenbus tot het dakterras met pergola en prachtige steektrappen, die binnen een ruimtelijke plattegrond naar een 7,2 meter brede woonkamer leidden. Een project vol bezieling, die door de bewoners werd overgenomen, en zo ziet alles er bijna dertig jaar later nog steeds zo mooi en verzorgd uit.

LEVS lexicon Home is where the hart is 9
BouwRAI in Almere in 1992
LEVS lexicon Home is where the hart is 8
Filmwijk in Almere in 2019

De BouwRAI was een voorloper van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex). Loof & van Stigt, zoals het bureau tot 2008 heette, heeft in deze Vinex-wijken een aanzienlijk aantal woningen gerealiseerd. Het ontwerpen in Vinex-wijken leidde binnen de vakgemeenschap vanaf het begin tot discussie. Vakinhoudelijk werd de Vinex-ontwerpopgave niet voor vol aangezien. Het rijtjeshuis op een nieuwbouwlocatie zou onvoldoende diepgang geven aan de rol van de architect. In de jaren tachtig werd die diepgang bepaald door de sociale component van het ontwerp en de stadsvernieuwing met inspraak. Grote namen als Theo Bosch, maar ook Duinker van der Torre, hadden hierin hun praktijk ontwikkeld en hun bestaansrecht bewezen. Tegelijkertijd was er een nieuwe generatie opgestaan die, geïnspireerd door Rem Koolhaas en Delirious New York, de metropool en het stedelijke ontwerp omhelsde.

Hoewel de Vinex-opgave de grote bloeiperiode van de Nederlandse architectuur, maar zeker ook van de economische groei van veel architectenbureaus inluidde, was het stempel ‘Vinex-architectenbureau’ lang geen compliment. Het was bon ton om daar een zekere mentale afstand toe te bewaren. Later wisten bureaus zoals MVRDV in de Vinex-wijk Ypenburg (Hageneiland, 2001) het verfoeide rijtjeshuis met de conceptuele ontwerpmethode van Koolhaas te combineren en werd de Vinex-wijk ‘vakwaardig’.

Ook Adriaan Geuze heeft het ongenoegen met het Vinex-beleid verwoord als het ‘verraad aan de rijke Nederlandse planningstraditie’. Hij noemde de Vinex-wijk te veel beleidskaart, zonder visie en zonder verbinding met de plek, waarbij managers de rol van deskundigen hadden overgenomen. In zijn tentoonstelling In Holland staat een huis in het NAi was de boodschap dan ook: we kunnen de volgende 800.000 woningen niet op dezelfde manier bouwen. In zijn eigen plannen voor de Vinex, zoals Vathorst, zette hij in veelal klassieke blokkenplannen de integrale ontwerpopgave weer centraal.

LEVS lexicon Home is where the hart is 7
Het ontwerp van Leeuwenveld slaat een brug naar de oude binnenstad van Weesp

Tijdens de totstandkoming van het Vinex-beleid werden voor het eerst marktpartijen een serieuze samenwerkingspartner van de overheid en projectontwikkelaars de opdrachtgever van architectenbureaus. Na decennia waarin de (lokale) overheid en de corporaties de bouwopgave bepaalden, waren deze ‘marktpartijen’ vooralsnog verdacht. De opdrachten aan architecten veranderden bovendien in deze periode wezenlijk. Was in de jaren tachtig een volledige opdracht met toezicht over de uitvoering normaal, betaald volgens de honorariumformule van de SR, kwam met de marktpartijen de 87%-opdracht op, zonder het toezicht over de uitvoering.

Nu wordt een dergelijke opdracht beschouwd als benijdenswaardig omvangrijk; de betrokkenheid van de architect bij een project is sindsdien immers verder en verder beperkt. Maar toen waren deze beperkte opdrachten van marktpartijen voor velen van de toenmalige ‘oude garde’ een (soms té) grote stap. Maar tegelijkertijd gaven de Vinex-opgave en nieuwe opdrachtgevers kansen aan de onbevangen nieuwe generatie waartoe wij behoorden.

De opgaves vanuit de Vinex lagen verspreid over het land en gaven ons daarmee alle gelegenheid de verschillen in identiteit en context te benutten in het ontwerp. Deze fascinatie voor identiteit is goed zichtbaar in de verscheidenheid van de ontwerpen. Het wonen en de woonomgeving zijn het meest persoonlijke dat we als architect kunnen vormgeven: de omhulling van je ‘thuis’, immers, home is where the heart is.

LEVS lexicon Home is where the hart is 3
Concept Weidevenne

Weidevenne, aan de rand van Purmerend, is een echt contextueel ontwerp, zowel in woonvorm als in architectuur, want de identiteit van het omringende Waterland straalt overal doorheen: het eindeloze zicht over weilanden en overal het water. Hout en baksteen vormen hier samen het ‘langjaar’, een verwijzing naar de Zaanse schuur, die jaarlijks na de oogst in de lengte werd uitgebreid. In deze lange, smalle woning woon je bovendien niet ‘standaard’ maar wel ‘gewoon goed’. Hoogteverschillen geven een sterke relatie met het water en in een strenge winter schaats je vanuit je huis zo het waterland in, een oer-Hollands Anton-Pieckmoment. De kappen en het water leveren nog datzelfde tijdloze gevoel.

LEVS lexicon Home is where the hart is 5
Weidevenne in Purmerend

Helemaal aan de andere kant van het land zochten we in Stadshagen (Zwolle) juist de kloeke schaal van de historische vestingwerken die de Hanzestad Zwolle typeren. Alle grondgebonden woningen en appartementen van De Rug zijn gebundeld tot een compact, stoer en krachtig ensemble van metselwerk dat naar het open water slingert. De zo gecreëerde groene ruimte, met open vizier op het water, was een welkome stedenbouwkundige toevoeging aan een homogene huizenzee. Deze stedenbouwkundige interventie gaf ook nieuwe randvoorwaarden voor het wonen. De hoogteverschillen, maar ook de keuze voor een smalle beuk, leveren bijzondere, ruimtelijke splitlevelwoningen op, achter een groene dijk in het landschap. De eengezinswoningen gaan geleidelijk over in maisonnettes en uiteindelijk in een kop met dubbele appartementen, gevat in basaltblokken. Het ruige metselwerk, dat door de uitstekende stenen refereert aan een fort, maakt De Rug nog steeds een kenmerkend en tijdloos ontwerp. Het kunstwerk Storm King Wall van Andy Goldsworthy leverde een sterk referentiebeeld voor De Rug.

LEVS lexicon Home is where the hart is 2
'Storm King Wall' van Andy Goldsworthy
LEVS lexicon Home is where the hart is 4
De Rug in Stadshagen Zwolle

Leeuwenveld in Weesp is geen Vinex-wijk, maar bleek voor ons wel de afsluiting van een periode waarin we grote woningbouwlocaties met voornamelijk grondgebonden woningen aan de rand van steden ontwierpen. Dat we hier zowel het stedenbouwkundig als architectonisch ontwerp maakten is zichtbaar. Leeuwenveld lag meer dan de Vinex-wijken dicht tegen de bestaande stad aan. In het stedenbouwkundig en architectonische ontwerp staat de identiteit van Weesp met grachten en verpanding centraal. Er is daardoor een integrale samenhang ontstaan die, ondanks onze dierbare herinneringen aan ‘losse’ woningbouwprojecten, het niveau van de Vinexwijk ontstijgt.

LEVS lexicon Home is where the hart is 10
Concept Leeuwenveld
LEVS lexicon Home is where the hart is 6
Locatie in Weesp

Het Vinex-beleid was succesvol en werd in hoog tempo, met zijn grote omvang, ruimtelijk zeer bepalend voor het aanzien van Nederland. En, nog belangrijker, de Vinex-wijken werden het thuis van velen. Jonge gezinnen konden massaal hun woondromen verwezenlijken, kinderen werden hier geboren en groeiden op in deze, in de realiteit geliefde, wijken. De ironie wil dat dit overigens ook voor architecten geldt, die weliswaar graag in hun ontwerpopvatting het stedelijk wonen omarmen, maar in hun eigen woonwensen niet zo anders zijn dan al die ‘gewone’ mensen, die uiteindelijk met hun gezin graag in een huis met tuin in een fijne buurt wonen.

Zelf heb ik juist een omgekeerde schaalontwikkeling doorgemaakt. Opgegroeid in een jaren-dertigwijk in de periferie van Haarlem, woon ik inmiddels ruim dertig jaar in de Pijp in Amsterdam. In die periode is Amsterdam veranderd in een metropool. Was er in 1985 nog sprake van leegloop, nu is verdichting in de stad dé opgave. De gestapelde en binnenstedelijke woonopgave die we, ook als LEVS, vanaf 2005 steeds meer omarmen, is een inhoudelijke verbreding en verdieping, maar ook een logisch gevolg van het einde van de Vinex. Het werd de nieuwe norm, maar ook daarin is een razendsnelle ontwikkeling te zien. Inmiddels kijken we niet op van 70, 100, 140 meter hoge torens in de binnensteden. Ons wonen zal hierdoor ingrijpend veranderen en tot nieuwe vragen en ontwerpuitdagingen leiden, waaraan we opnieuw bezield werken om de juiste antwoorden te vinden, waarin identiteit, woonkwaliteit en collectiviteit samenkomen.

LEVS lexicon Home is where the hart is 1
Plein in Leeuwenveld