Jurriaan van Stigt column
Bij de start van een “betaalbare woningbouwopdracht” roept de opdrachtgever vaak als eerste: “Laten we uitgaan van een tunnelkist, dan kan het straks nog van alles worden.” In de praktijk zien wij echter dat dit steeds meer een mythe is. En gelukkig maar.
Als snelheid van bouwen belangrijk is, blijkt een houten constructie tegenwoordig aanzienlijk sneller te realiseren. Maar er zijn meer redenen om afstand te nemen van de tunnelkist. De afbouw, inclusief installaties, kost steeds meer tijd. Bovendien vraagt het nieuwe ‘duurzame’ beton 50-100% meer uithardingstijd. Daarmee vervalt snelheid als argument volledig. Het CO₂-debat en circulair beton laat ik voor nu even buiten beschouwing.
Uit ervaring kunnen we inmiddels een hele lijst projecten noemen die na een start in de dwangbuis van de tunnelkist zijn omgetekend. Vaak werd gekozen voor alternatieven zoals wanden van breedplaat, kalkzandsteen, totaal prefab, of combinaties hiervan. Terugkijkend is uiteindelijk minder dan 20% van die projecten uitgevoerd met een tunnelkist.
Belangrijker nog is dat ruimtelijke verbeteringen, flexibiliteit en woonlogica regelmatig het kind van de rekening zijn. Snelheid, betaalbaarheid en de Excelsheet worden als heilige graal beschouwd, met weinig oog voor de uiteindelijke kwaliteit van de woningen.
Laten we hopen dat 2025 het jaar wordt van de “houtvisie”. Steeds meer systemen voor houtbouw zijn beschikbaar, en vrijwel iedere goede aannemer kan ermee uit de voeten. Beton kan altijd nog, maar is door CO₂-heffingen vrijwel onbetaalbaar geworden. Daar komen de andere voordelen van hout nog bij: een flexibeler, demontabel casco en een fijner binnenklimaat.
Zo kunnen wij ons weer richten op waar het écht om gaat: het creëren van fijne woningen voor de bewoners. Woningen met innovatieve details, warme architectuur en toekomstwaarde.
Ik wens iedereen een houtzaam 2025!