Jurriaan van Stigt column
“Je gaat het pas zien als je het doorhebt,” zei Johan Cruijff eens. En dat is vermoedelijk een van de grootste punten bij de klimaattransitie: hebben we het wel door? Doel en middel lijken nogal eens door elkaar gehaald te worden.
Wij merken steeds in de gesprekken over projecten, ook op ons bureau, dat het prettiger is als er een helder statement wordt gemaakt: We bouwen volledig in hout! Alle daken zijn Rainproof! Alleen maar groene gevels! Ergens is dat natuurlijk ook nodig, om stappen te zetten, maar uiteindelijk leidt het tot een ondermijning van het probleem-oplossend vermogen van architecten.
Zo zou je zomaar over het hoofd kunnen zien dat je dat houten gebouw helemaal niet moet maken, wanneer er dan eerst een bestaand gebouw voor tegen de vlakte moet. Onder aan de streep kan je dan veel beter renoveren, misschien met een stukje houten optopping. Of dat je een balans moet vinden tussen groen, energieverbruik, water, bouwmaterialen en mobiliteit, in plaats van helemaal op één daarvan in te zetten.
Een duurzaam gebouw is namelijk een middel, geen doel. Om bij te dragen aan een wereld die niet meer dan 1,5 graden opwarmt, moeten wij in Nederland op elk terrein in 10 jaar tijd onze CO2 uitstoot halveren. Laten we dat nou eens als expliciet als maatstaf nemen voor alle toekomstige bouwopgaven.
Hoe zou dat er uit kunnen zien? Bijvoorbeeld door op gemeenteniveau elk jaar 10% minder CO2-uitstoot af te dwingen. Zo’n CO2-budget vraagt om integrale oplossingen. Dus niet meer, zoals we nu lijken te doen, bij 20% van de nieuwbouw extreem hoge doelstellingen en voor de rest business as usual. Nee, over de gehele linie, in alle opgaven aan uitstoot-reductie werken.