Column Marianne Loof | Verleden en toekomst van de woon-utopie
20 februari 2017
Afgelopen week liep ik bij min 28 graden door Jekaterinburg, een stad in Rusland net over de grens tussen Europa en Azië. De architect Boris Dimidov liet me in korte tijd een aantal pareltjes van constructivistische architectuur in de stad zien. Het optimisme, de openheid en het grote geloof in de opbouw van een nieuwe samenleving is nog steeds voelbaar, hoe anders de utopie ook heeft uitgepakt.
Dimidov is een kenner en raakt niet uitgepraat, terwijl we door een witbesneeuwde ‘Chekists’ lopen, een kleine ‘stad’ met woningen, een crèche, polikliniek en cultureel centrum. Ik word onmiddellijk aangestoken door zijn enthousiasme en denk terug aan mijn studietijd in Delft.
De Russische constructivisten werden hier uitgebreid bestudeerd en geanalyseerd. Ik heb er sterke herinneringen aan. De sociale denkbeelden van samenleven, de innovatieve woonvormen, maar ook de heldere, zelfbewuste vormgeving raken nog altijd een gevoelige snaar in mij.
Uraloblsovnarkhoz Dormitory in het centrum is een klein Narkomfin Building, de ultieme ‘klassieker’ die in Moskou staat. Deze collectieve woongebouwen van architect Ginzburg worden gekarakteriseerd door een legendarische doorsnede waarin de ene helft 3 lage verdiepingen en de andere helft 2 hoge verdiepingen telt. De split level doorsnede geeft een ongeëvenaarde ruimtelijkheid. Uraloblsovnarkhoz Dormitory wordt nu ‘bewoond’ door creatieve bedrijfjes, waaronder Dimidovs architectenbureau.
Sjoerd Soeters positioneert in lezingen de generatie ‘Delftse modernisten’ graag als verdwaalde geesten die massief schuldig zijn aan de Bijlmer en ander onheil. Dat is een aantrekkelijke framing maar gaat enkel over stijl en ontkent de waarde van het achterliggende streven naar sociale waarden en ruimtelijke woningen. Een streven dat in onze tijd opnieuw utopisch lijkt.
Wonen is bij ons anno 2017 immers niet meer dan het risicoloos produceren van vierkante meters, waarbij sociale visie en ruimtelijkheid ondergeschikt zijn aan de maximalisering van het verkoopbaar oppervlak en de standaardisering van de woningplattegrond, op natuurlijk een aantal onverbeterlijke pioniers na. Dit zijn alleen niet meer de corporaties of ontwikkelaars maar particulieren die met hun loftappartementen en zelfbouwwoningen bewijzen dat het verlangen naar ruimtelijkheid en andere vormen van samenleven nog altijd bestaat.
Februari 2017, Cobouw.nl