Column Marianne Loof | Architectencircus
12 december 2017
Eind november was ik in Praag om de winnaar van de Tsjechische Architectuurprijs bekend te maken. Met een internationale jury zijn we eerder dit jaar in drie dagen zo’n 1300 kilometer in een oude bus door heel Tsjechië gereden, om eerst zes finalisten en later een winnaar te kiezen.
Op de avond van de prijsuitreiking stond, anders dan bij vergelijkbare gelegenheden in Nederland, niet het inhoudelijke ‘jury statement’ of serieuze vakthema’s centraal. Nee, de bekendmaking van finalisten, publieksprijzen en special awards was kort en zakelijk, en werd geflankeerd door heuse trapeze- en acrobatenacts. Een grappig Cirque du Soleil in het klein. In eerste instantie zat ik mij vanaf de eerste rij over deze ongewoon vrolijke en luchtige gang van zaken te verbazen. Hier geen serieuze woorden over de woningbouwopgave in de steden, klimaatveranderingen, circulair bouwen en ga zo maar door.
Totdat mij de diepere betekenis van deze combinatie helder voor ogen kwam: dit was een spiegel die de beroepsgroep werd voorgehouden. Architectuur en het circus, architecten en circusartiesten, ze hebben vele overeenkomsten. Al kijkend naar de trapezekunsten en duikelacts voelde ik een grote verwantschap met de artiesten. Want al ziet het er schijnbaar soepel en vanzelfsprekend uit, dat zwaaien en trampoline gespring, het vraagt zware training en jaren ervaring om een act er luchtig en vanzelfsprekend uit te laten zien. De acrobate die op krukken binnen kwam en met ingetapete enkel de trapeze inging moet een hoge pijngrens hebben. Je valt ongetwijfeld regelmatig, maar je moet lachend weer opstaan en doorgaan. Je moet je telkens weer bewijzen in een zaal vol kritische toeschouwers. En toch heeft het vak een hoge aantrekkingskracht.
Op veel fronten voelde ik een warme overeenkomst met ons architectenvak. En ik snapte opeens ook waarom de hele zaal in Praag vol zat met bevlogen architecten, die in een architectonisch en economisch schraal klimaat alles uit de kast halen om vaak kleine maar prachtige kunsten uit te voeren. Want dat gevoel te zweven, te betoveren, een schijnbaar soepele act uit te voeren, de voldoening over het resultaat; wie wil dat nu niet kunnen?
december 2017, Cobouw.nl